bij het overlijden van een dierbare dag en nacht bereikbaar: 06 1288 3557

rouw en verlies​

In het leven kennen we verschillende overgangsmomenten. Er zijn grote overgangsmomenten van geboorte en sterven en kleinere zoals dag en nacht, ontmoeting en afscheid. Zulke overgangsmomenten doorlopen in grote lijnen drie fases: afscheid, transitie en re-integratie. Afscheid vind plaats voorafgaand en kort na het overlijden. De transitie is de verandering in de uiterlijke en emotionele wereld om ons heen. Daarna komt de re-integratie van het verlies met het eigen leven: we moeten opnieuw leren leven met het verlies als nieuw onderdeel van ons leven.
Manu Keirse omschrijft vijf rouwtaken die we ons bewust kunnen zijn als we met verlies geconfronteerd worden.

Opvoeden in leven en dood

De beste manier om te leren omgaan met rouw en verdriet is thuis, in de vertrouwde omgeving van het gezin. Kinderen betrekken bij het verlies en de dood is van groot belang in de opvoeding. We leren hen door een voorbeeld te geven hoe wij omgaan met het verlies. 

Onder ogen zien van de werkelijkheid

Je gevoel heeft tijd en ruimte nodig om de realiteit te accepteren. Dat het werkelijk waar is dat jullie dierbare overleden is is een gebeurtenis die langzaam doordringt in het bewustzijn. Vaak hoor je dat iemand nog de ogen of de lippen zag bewegen, of je ‘ziet’ de overledene nog ergens zitten als je net de kamer binnen komt. Dit is heel normaal voor mensen die in rouw zijn. De realiteit sijpelt langzaam tot je door en het helpt om je daar bewust van te zijn.

Ervaren van de pijn van het verlies

Er is geen weg om de pijn heen, je kunt het niet vermijden. De enige weg is recht er door heen te gaan. Als de pijn toch wordt weggestopt dan komt die vaak op een ander moment weer terug. Soms, als het verdriet te groot is, kun je onbewust de pijnlijke waarheid gedoseerd toelaten. Maar de ervaring zal vroeg of laat komen voordat het leven weer verder kan gaan.

Aanpassen aan de werkelijkheid zonder de ander

Vaak kan het enige tijd duren voordat je je realiseert welke functies de overledene allemaal vervulde. Langzaam zul je je hieraan moeten aanpassen. Elke activiteit die je nu tegenkomt voer je voor het eerst uit zonder de ander en dan ervaar je het gemis elke keer opnieuw. Zo dringt het langzaam tot je door dat de ander altijd het onderhoud van de tuin deed of de verzekeringen beheerde. Je kunt door die nieuwe werkelijkheid ook vrienden of gezamenlijke activiteiten verliezen. Het vergt dan ook moed om je leven aan te passen en een nieuwe invulling te geven daar waar iets anders is weggevallen.

Opnieuw leren houden van het leven

Om dat te kunnen, is het eerst nodig om de overledene een plek te geven in het leven. Je hoeft hem of haar niet los te laten, niet te vergeten. Maar door “anders vast te houden” en te herinneren geef je een plaats aan de emotionele verbinding met de overledene. Hierdoor ontstaat ook weer ruimte om te leren houden van het leven, hoe moeilijk dat soms ook zal zijn.

Manu Keirse is een Vlaamse klinisch psycholoog en licentiaat in de medisch-sociale wetenschappen. Door zijn doctoraat-studie werd hij expert in patiëntenbegeleiding, rouwverwerking en palliatieve zorg. Hij schreef vele boeken over rouw en verlies voor hulpverleners en voor mensen die zelf verlies hebben meegemaakt.

Deel dit bericht:

Andere berichten